Digitalisering en automatisering zijn de bruggen naar duurzaamheid

Kunt u een voorbeeld geven van hoe digitalisering en automatisering samengaan met duurzaamheid?

Wolf: Laten we het voorbeeld van de machinebouw nemen. Als gevolg van de gestegen energieprijzen enerzijds en de duurzaamheidseisen van de EU anderzijds vraagt een machinebouwbedrijf zich af hoe het energiezuiniger kan produceren. Het antwoord is: door digitalisering en automatisering. De evaluatie van sensorgegevens van machines is essentieel om de snelheid van processen en het onderhoud en de stilstandtijden van machines zo in te stellen dat de energiebalans optimaal is. Het gebruik van energie kan ook worden geoptimaliseerd door het gebruik van automatiseringstechnologie. Het verminderen van energieverbruik en bedrijfskosten zijn processen die uiteindelijk alleen op een datagebaseerde manier kunnen worden opgelost door middel van digitalisering. In dit opzicht zijn inspanningen om duurzaam te produceren en te beheren belangrijke versnellers voor digitale transformatie in de industrie.

Welke invloed heeft de stijging van de energieprijzen gehad op de productie bij Turck?

Wolf: Niet zo sterk als in andere industrieën, maar de gestegen kosten zijn ook voor ons merkbaar. Turck is geen bedrijf met een hoog energieverbruik. We gebruiken slechts een klein beetje gas, niet voor machines en installaties, maar om onze gebouwen te verwarmen. Onze machines en installaties worden elektrisch aangedreven. Daarom hebben we initiatieven en investeringen gelanceerd om het aandeel van fotovoltaïsche energie in onze energievoorziening in de nabije toekomst aanzienlijk te vergroten. Op die manier willen we veel zelfvoorzienender worden op het gebied van energie. In het algemeen juich ik het toe dat er in de industrie ecologisch wordt nagedacht over energievraagstukken om in de toekomst minder afhankelijk te zijn van gasleveringen.

Ziet u een manier om weerbaarder te worden tegen de gevolgen van geopolitieke crisissen?

Wolf: Als je ervan uitgaat dat de economische ontwikkeling volatiel zal blijven, moet je je aan de capaciteitskant breder positioneren om bij een sterk stijgende vraag snel te kunnen reageren op de eisen van de klant. Een hoge beschikbaarheid zal immers ook in de toekomst een doorslaggevend criterium zijn voor het economische succes van bedrijven.

Uiteindelijk betekent dit anticyclisch handelen. Met andere woorden, het zal nog voorvallen dat het economische klimaat na drie tot vier jaar afkoelt. Om toch voor de langere termijn te kunnen plannen, werken we bij Turck nu aan een gestructureerd vijfjarenplan. Als bedrijf moeten we de onzekerheden als gevolg van geopolitieke spanningen ombuigen naar ondernemerschap en ook in moeilijke tijden blijven investeren.

Mr. Wieseler, hoe verliep de productontwikkeling 2022 bij Turck?

Wieseler: Het grootste deel van onze ontwikkelcapaciteit is gegaan naar het herontwerpen van bestaande circuits en lay-outs om te kunnen blijven leveren ondanks ontbrekende of extreem overprijsde componenten. Daarnaast hebben we veel firmware-updates ontwikkeld om de IIoT-functies van onze oplossingen te optimaliseren. Neem bijvoorbeeld de RFID-interfaces in IP67: We hebben ze uitgebreid met OPC UA om de AutoID Companion Specification V. 1.01 en een HF-busmodus op te nemen. Dit maakt soepele en directe communicatie mogelijk met MES-, PLC-, ERP- of cloudsystemen.

Een ander voorbeeld is de HF-busmodus van onze RFID-interfaces, die grote tijd- en kostenvoordelen biedt voor toepassingen met veel leespunten. Hiermee kunnen tot 32 HF lees/schrijfapparaten per kanaal in serie worden aangesloten door middel van een T-stuk. Via OPC UA verbinden we de apparaten met eenvoudige methoden en krijgen we gemakkelijker toegang, zelfs voor kleinere toepassingen.

Kunt u de TAS uitleggen?

Wieseler: Met plezier. TAS is een IIoT-platform dat het beheer en de configuratie van Turck-apparaten in industriële Ethernet-netwerken vereenvoudigt. Met TAS is de inbedrijfstelling eenvoudiger dankzij een duidelijke visualisatie, maar ook sneller dankzij batchfuncties, zoals firmware-updates of het toewijzen van IP-adressen. Zo creëren we toegevoegde waarde voor de klant omdat hij met één platform een overzicht krijgt van alle producten en deze kan beheren. In de eerste versie hadden we al veel voorbeelden en bruikbare toepassingen geïntegreerd, waaronder een eenvoudige visuele weergave van Proofs of Concepts met onze producten. De mogelijkheid om op een eenvoudige manier RFID-toepassingen te simuleren is een zeer belangrijk topic in de ontwikkeling van TAS.

Waarom was de focus op een verbetering in het RFID-segment noodzakelijk?

Wieseler: Het opzetten van een RFID-poort vergde veel inspanning. De klant moest eerst zijn antennes uitlijnen. Daarna uitzoeken welke tag werd opgevangen en waar deze zich bevond. Op basis daarvan konden de eerste conclusies worden getrokken. Dit alles werd echter op een relatief rudimentaire manier gepresenteerd. In de nieuwe versie bieden we betere hulpmiddelen in TAS die de processen op de individuele niveaus in zo'n poort vastleggen en weergeven. Hoe de gegevensdragers in de niveaus worden gelezen, kan tweedimensionaal of driedimensionaal worden weergegeven. Deze weergave helpt onze klanten.

Wat is het voordeel voor de klant door inzicht te krijgen in de verschillende niveaus?

Wieseler: Via de positie van de tags. Als ik bijvoorbeeld een pallet met verschillende producten door de poort breng, ziet de klant hoeveel er aan de voorkant, in het midden of aan de achterkant gelezen kunnen worden. De klant ziet welke veldsterkte nodig is en weet dan waar de antennepositie moet worden aangepast.

Hoe ondersteunt TAS klanten bij het zo energiezuinig mogelijk uitlezen van gegevensdragers?

Wieseler: Hiervoor hebben we ook een nieuwe tool. In het verleden sloten hoge prestaties en laag energieverbruik elkaar vaak uit. Deze nieuwe tool gebruikt een uitleescyclus, die we 'power sweep' noemen, om te bepalen welke parameters de beste leesprestaties opleveren en hoe de gegevensdragers optimaal worden geregeld.

Hoe sterk is het RFID-segment bij Turck op dit moment?

Wolf: We maken een enorme groei door en hebben volle orderportefeuilles. Gemiddeld zijn we elk jaar met 25 procent of meer gegroeid in het RFID-segment en de afgelopen twee jaar met bijna 75 procent. Turck heeft veel nieuwe fabrieken uitgerust met RFID, vooral in de intralogistiek. Helaas waren we echter beperkt in onze capaciteit en moesten we als gevolg daarvan orders afwijzen. Vooral in 2022 hadden RFID-producten te lijden onder leveringsproblemen en materiaaltekorten, vooral voor chips.

Volle kracht vooruit met duurzaamheid en digitalisering - dit klinkt als een happy end. Is dat ook zo?

Wolf: Ja, er zijn inderdaad veel opportuniteiten die het gevolg zijn van digitalisering en duurzaamheid, maar dit geldt niet voor elke sector. Energie-intensieve bedrijven staan voor grote uitdagingen, ook economische. Maar transformatie betekent ook investeren. Een automobieltoeleverancier bijvoorbeeld die vandaag 90 procent van zijn omzet genereert met een productielijn die over vijf of tien jaar zal verdwijnen als onderdeel van de e-mobility-omslag, moet dit doen met een transformatiesnelheid die zeer moeilijk te beheren is.

Wat betekent dit dan voor leveranciers die niet voldoende kunnen investeren in deze transformatie?

Wolf: Dit is moeilijk voor veel kleine en middelgrote ondernemingen. Grote bedrijven stellen soms hele teams van medewerkers aan om alle regelgeving te bestuderen en implementatieplannen te ontwikkelen. Bij Turck slagen we er nog steeds in - met moeite en investeringen. Maar als kleiner energie-intensief bedrijf met bijvoorbeeld 50-100 werknemers is het een grote uitdaging om in 2030 klimaatneutraal te zijn en aan alle EU-regelgeving te voldoen.

Wat betekent dit voor de EU en voor Duitsland? Het MKB maakt immers meer dan 90 procent van de bedrijven in Duitsland uit.

Wolf: Ik denk dat het onderwerp 'duurzaamheid' een echt concurrentievoordeel kan zijn voor de EU. Er zijn echter eisen in de EU-wetgeving die tegen 2030 nauwelijks haalbaar zijn. Met de wet op de toeleveringsketen zal het bijvoorbeeld heel moeilijk zijn om te bepalen hoe hoog (of liever hoe laag) de CO₂-uitstoot is langs de hele toeleveringsketen tot in het kleinste detail voor elk onderdeel. Daar is niet genoeg tijd voor.

Zie je in dit scenario een bedreiging voor de positie van Turck?

Wolf: Nee. Laten we een concreet voorbeeld nemen zoals het digitale naamplaatje. Het naamplaatje bevat informatie over het product en zijn hele levenscyclus. Bedrijven van onze omvang en met de diverse beschikbare competenties zullen zich dit realiseren en er zelfs concurrentievoordelen uit genereren. Ik denk dat de vereisten voor een digitaal naamplaatje met een geloofwaardig aantoonbare CO2-voetafdruk van een product moeilijk haalbaar zijn voor het MKB. Hiervoor zouden alle productgegevens moeten worden gedigitaliseerd en zouden toeleveringsketens naadloos moeten worden gecontroleerd.

Waarop baseert u uw beoordeling?

Wolf: Ik ben in Mülheim op vrijwillige basis actief in het Zenit e.V. netwerk. Zenit is het centrum voor innovatie en technologie in NRW, dat bedrijven een platform biedt voor netwerken, internationalisering en de overdracht van knowhow en dat vooral gericht is op het MKB. Veel van de kleine en middelgrote bedrijven waarmee ik daar in contact kom, weten nog niet goed wat hen te wachten staat. 
Ze worden geconfronteerd met een berg regelgeving en hebben in sommige gevallen noch de knowhow noch de mankracht om deze tijdig uit te voeren en hebben daarom externe ondersteuning nodig. Daarom worden beleidsmakers opgeroepen om meer gedifferentieerde benaderingen te vinden voor industriële bedrijven.

Auteur | Dit interview werd afgenomen door Anja Van Bocxlaer, Editor-in-Chief en eigenaar van de Think WIOT Group